Trolleybus 128
ex 174 (serie 126-130, ex 172-176)
DAF MB200DKDL600-Kiepe/Den Oudsten | chassisnummer: 120463 |
bouwjaar 1974 | 39 zit- en 53 staanplaatsen |
Kenteken | 53-45-FB |
In dienst: 18-3-1975 | uit dienst: 1-6-1990 |
Status | in restauratie |
Vooruitlopend op een beslissing over de toekomst van de trolley, die in 1975 ten gunste van de trolley uitviel, gaf de Arnhemse gemeenteraad in de zomer van 1973 aan het GVA toestemming voor de aankoop van vijf trolleybussen. Deze waren hard nodig, het wagenpark bestond in 1973 nog maar uit 24 trolleybussen, waardoor er op de trolleylijnen regelmatig ook dieselbussen werden ingezet.
Nadat de fabriek van Verheul, die tot dan toe de meeste GVA-bussen had geleverd, na een brand op 9 december 1970 niet meer bestond, waren er door het GVA in 1971 en 1972 veertien DAF MB200/Den Oudsten dieselbussen aangekocht. In het kader van standaardisatie was het logisch dat er voor de trolleybussen ook voor dit type bus werd gekozen.
Een nieuwigheidje waren de accu’s die het mogelijk maakten om een stukje los van de bovenleiding te rijden, zij het met zeer geringe snelheid.
De DAF’s waren de laatste trolleys die werden afgeleverd in de donkerblauwe/crème kleur. Het interieur met de bruine wandplaten en de met rood kunstleer beklede stoelen had grote gelijkenis met dat van de streekbussen van dit model.
De 167 was te zien op de Bedrijfsauto RAI, die van 7 t/m 16 februari 1974 in Amsterdam werd gehouden. Eind februari werden de 167-171 afgeleverd aan het GVA, waarna ze tussen 18 april en 21 juni 1974 in dienst kwamen. Inmiddels was er een tweede serie van vijf besteld. Deze vijf werden in oktober 1974 in Arnhem afgeleverd, zonder elektrische installaties. Deze werden pas in december door Kiepe geleverd, waarna met de inbouw kon worden begonnen. De 172-176 kwamen tussen 20 februari en 14 mei 1975 in dienst.
De DAF’s waren voorzien van gereviseerde EEC-motoren, afkomstig uit afgevoerde BUT-trolleys. Problemen met de aandrijflijn die de bussen in het begin hadden, werden in 1976 verholpen door DAF-dealer Moll aan de Velperweg in Arnhem.
Tussen april 1981 en juni 1982 kregen de DAF’s een grote revisie, waarbij ze in de nieuwe lichtblauwe/donkerblauwe GVA-kleuren werden geschilderd. Tevens werden ter vervanging van de retrievers de stroomafnemers voorzien van luchtcilinders die deze bij ontsporingen naar beneden drukken, een systeem dat nog steeds wordt toegepast. Ook werden de stroomafnemers, die (evenals bij de voorgaande series) rechtstreeks op het dak waren bevestigd, op een plateau geplaatst. Bij de 173, die als proefwagen werd gebruikt, waren deze wijzigingen al in 1978 aangebracht - dit was ook de eerste bus in de nieuwe GVA-huisstijl.
Omdat besloten was de tien B79-trolley’s die begin 1987 in dienst kwamen de nummers 162-171 te geven (aansluitend op de serie 143-161), moesten de DAF’s worden vernummerd. Begin maart 1986 kregen de 167-176 op volgorde de nummers 121-130.
In 1990 werden de 125 en 127 afgevoerd terwijl de 129 in dat jaar werd beschilderd door Herman Brood en de naam Broodbus kreeg. Voor de 128 was een toekomst als museumbus weggelegd. Deze bus ging op 10 oktober 1990 naar het Museum Lammers Collectie te Glanerbrug.De 128 verhuisde in 1992 naar het nieuwe DAF Museum in Eindhoven. Begin 1999 ging de trolley naar een opslagterrein te Geldrop. Het DAF Museum wilde de bus kwijt, hetgeen resulteerde in een terugkeer naar Arnhem op 15 mei 1999. Korte tijd later werd de bus eigendom van de SVA en op 21 juni 2018 van de STA.
De resterende zes stuks gingen in 1993 uit dienst en werden in 1996 geëxporteerd naar Perm in Rusland.